1. Ik heb een glasheldere ondernemersambitie en deze ligt expliciet vast.
2. Ons bedrijf heeft een kansrijk business model om mijn ondernemersambitie mee in te vullen en deze ligt expliciet vast.
3. Ons bedrijf heeft een duidelijke missie en deze ligt expliciet vast.
4. Ons bedrijf heeft krachtige kernwaarden en deze liggen expliciet vast.
5. Ons bedrijf heeft een heldere visie en deze ligt expliciet vast.
6. Ons bedrijf heeft meetbare strategische doelstellingen en deze liggen expliciet vast.
7. Ons bedrijf heeft een strak meerjarenplan en deze ligt expliciet vast.
8. Ons bedrijf maakt actief gebruik van betrouwbare stuurinformatie en deze ligt expliciet vast.